NL
56
• De sluitertijd kan afhankelijk van de diafragmawaarde langer worden.
Gebruik een statief als de sluitertijd langer wordt.
• De diafragmawaarde bepaalt het flitserbereik. Controleer het bereik van
de flitser (blz. 69) als u de flitser voor een opname gebruikt.
• Gebruik een telelens die is voorzien van een kleiner diafragma
(polarisatiefilter) om de achtergrond nog waziger te maken.
2 De diafragmawaarde (F-waarde)
kiezen met het instelwiel.
• Kleinere F-waarde: de voor- en
achtergrond van het onderwerp zijn
wazig.
Grotere F-waarde: de voor- en
achtergrond van het onderwerp zijn ook
scherp.
• U kunt de wazigheid van een beeld niet
in de zoeker controleren. Controleer het
opgenomen beeld en pas het diafragma
aan.
Diafragma (F-waarde)
3 U kunt de scherptediepte wijzigen
en het onderwerp fotograferen.
De sluitertijd wordt automatisch
aangepast om de correcte belichting te
krijgen.
• De sluitertijd knippert als de camera
beoordeelt dat er geen juiste belichting
wordt verkregen met de gekozen
diafragmawaarde. Pas in zulke
gevallen het diafragma weer aan.
Sluitertijd
Opnametechnieken
Comments to this Manuals