Voor informatie over de bediening
1
blz. 47
NL
50
De AF-verlichting levert vullicht om gemakkelijker te kunnen scherpstellen op een onderwerp
in een donkere omgeving.
De AF-verlichting werpt rood licht uit zodat de camera gemakkelijk kan scherpstellen zodra
de sluiterknop half ingedrukt wordt gehouden totdat de scherpstelling is vergrendeld. Op dat
moment wordt de indicator weergegeven.
• Als de AF-verlichting het onderwerp niet voldoende raakt of als het onderwerp onvoldoende contrast
heeft, kan niet worden scherpgesteld. (Wij adviseren een afstand van ongeveer 3,2 m voor groothoek
(zoom: W) en 2,4 m voor telefoto (zoom: T) aan te houden.)
• De camera kan scherpstellen zolang de AF-verlichting het onderwerp bereikt, zelfs als het rode licht iets
buiten het midden van het onderwerp valt.
• Wanneer scherpstelling-voorkeuze is ingesteld (blz. 32), werkt de AF-verlichting niet.
• Het AF-bereikzoekerframe verschijnt niet. De of indicator knippert en AF werkt met voorrang voor
onderwerpen die zich vlakbij het midden van het frame bevinden.
• De AF-verlichting werkt niet wanneer (Schemer) of (Landschap) is gekozen als de
scènekeuzefunctie.
• De AF-verlichting zendt zeer helder licht uit. Ondanks dat er geen enkel gevaar bestaat, adviseren wij u
niet rechtstreeks van dichtbij in het lichtvenster van de AF-verlichting te kijken.
Met deze instelling kunt u het opgenomen beeld, onmiddellijk nadat een stilstaand beeld is
opgenomen, gedurende twee seconden op het scherm weergeven.
• Als u gedurende deze tijd de sluiterknop half indrukt, verdwijnt de afbeelding van het opgenomen beeld
en kunt u onmiddellijk het volgende beeld opnemen.
AF-verlicht.
Autom.
Hiermee wordt de AF-verlichting gebruikt.
Uit
Hiermee wordt de AF-verlichting niet gebruikt.
Auto Review
Aan
Hiermee wordt de Auto Review gebruikt.
Uit
Hiermee wordt de Auto Review niet gebruikt.
ON
Comments to this Manuals